-
1 wellustig gluren naar
wellustig gluren naarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wellustig gluren naar
-
2 gluren
1 [stiekem kijken] épier (qc., qn.)2 [te voorschijn komen] apparaître♦voorbeelden:1 door een kier gluren • 〈 van muur〉 guetter par une fente; 〈 van deur〉 regarder par une porte entrebâilléenaar de meisjes gluren • guigner les filles -
3 naar de meisjes gluren
naar de meisjes gluren -
4 peep
n. vluchtige blik; het gluren--------v. gluren; bekijkenpeep1[ pie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 kik ⇒ woord, nieuws4 (vluchtige/steelse) blik ⇒ kijkje♦voorbeelden:take a peep at • vluchtig bekijken————————peep2♦voorbeelden:the flowers are peeping through the soil • de bloemen steken hun kopjes boven de grondII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
5 guigner
-
6 wellustig
-
7 hinschielen
hinschielen -
8 peek
n. vluchtige blik; het gluren--------v. gluren; vluchtig kijkenpeek1[ pie:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (vluchtige/steelse) blik ⇒ kijkje♦voorbeelden:————————peek2〈 werkwoord〉1 gluren -
9 schielen
-
10 spannen
spannen1 spannen, strak zitten ⇒ drukken, knellen♦voorbeelden:auf eine Erbschaft spannen • op een erfenis vlassenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)spannen ⇒ strakker trekken, aanhalen♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 den Rahmen sehr weit spannen • het kader zeer breed afbakenen, opzetten1 gespannen zijn, worden, strak worden ⇒ zich spannen, strak gaan staan -
11 glance
n. (vluchtige) blik; oogopslag--------v. gluren, snel bekijken; glanzen; schitterenglance1[ gla:ns] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (vluchtige) blik ⇒ oogopslag, kijkje2 flits ⇒ glinstering, flikkering♦voorbeelden:1 at a glance • met één oogopslag, onmiddellijk————————glance2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 glance down/up • een blik naar beneden/boven werpenglance round • (even) rondkijkenglance at • vluchtig/even bekijken, een blik werpen opglance over/through • (even) inkijken/bekijken, doorkijken3 glance aside/off • afschampen, afstuitenglance off • afschampen op, afglijden van 〈 ook figuurlijk〉 -
12 leer
adj. zwak--------n. wellustige blik; wrede grijns, vuile blik--------v. glurenleer1[ liə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————leer2〈 werkwoord〉1 loeren ⇒ schuinse blikken werpen, grijnzen♦voorbeelden: -
13 spy at
spy atkijken/gluren/loeren naar -
14 spy
n. spion; dubbelagent; stinker--------v. spioneren; bespioneren; bespeurenspy1[ spaj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: spies〉♦voorbeelden:————————spy2〈 spied〉1 spioneren ⇒ spieden, loeren; een spion zijn♦voorbeelden:1 spy (up)on • bespioneren, bespiedenspy at • kijken/gluren/loeren naarII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ I spy (with my little eye) • ik zie, ik zie, wat jij niet ziet -
15 squinch
v. naar beneden kruipen; samentrekken, gluren, de oogspieren samentrekken; terugdeinzen, zich terugtrekken, angst tonen
См. также в других словарях:
Katze — 1. A Kât luckat efter a Könnang. (Nordfries.) – Johansen, 57. Eine Katze lugt, sieht nach einem Könige. 2. Ain katz vnd ain muz, zwen han in aim huz, ain alt man vnd ain iung wib belibent selten an kib. – Reinmar d.A., 1200. 3. Alle (alte) Katten … Deutsches Sprichwörter-Lexikon